From today’s Financial Times:
Orange dawn in Brussels
Published: October 7 2005 03:00Is there an unwritten directive requiring the European Commission to support the Dutch royal family? Perhaps it is Brussels’ recompense for throwing the Oranges out of Belgium in 1830.
Neelie “no pussycat” Kroes, the competition commissioner, has just taken on Jaime Bourbon de Parme, nephew of Queen Beatrix, as her personal assistant.
Beatrix’s son, Constantijn van Oranje, worked for ex-Dutch commissioner Hans van den Broek in the 1990s. He now runs a consultancy in Brussels.
Bourbon is a career diplomat (perhaps even a born one given the family history) who was, Observer understands, on a shortlist of one provided by The Hague to Kroes to replace Hans Kribbe, who has joined lobbyists G-Plus. Conveniently, his dad Carlos Bourbon de Parme, who briefly claimed the Spanish throne in the 1960s, lives in Brussels.
“He has been posted here by the Dutch foreign ministry,” says Observer’s man at court, though Kroes’s aides say she chose him.
Ben Smulders, her chief of staff, says Bourbon brings vital diplomatic experience. He has spent time in Iraq and Afghanistan, so he should be handy at fending off attacks in the bureaucratic jungle, particularly from Günter Verheugen, the über-competitive competitiveness commissioner, who likes to blunt Neelie’s claws.
It is usual for a Dutch royal to work for a living. “From what I hear, he is very down-to-earth and unpretentious, like most of them,” says Observer’s palace flunkey.
He might find life at the court of Queen Neelie a bit different, then.
The fact that Queen Beatrix’s nephew and her son have got (admittedly similar) Brussels jobs eleven years apart is hardly a growing trend! Anyway while Jaime de Bourbon Parma’s mother is the sister of Queen Beatrix, she gave up her rights to the throne in 1963; and while his father did have aspirations to the throne of Spain, that is a dead issue now. I met him a few years ago and he seemed a perfectly normal, if perhaps brighter than average, Dutch diplomat; he was not at last year’s wedding. His twin sister Margarita appears to be a different matter.
Koningshuis: Oranje Europeanen Jaime de Bourbon de Parme gaat naar Brussel. Die stad werkt als een magneet op de Oranjes. Ze werken er anoniem. ‘De Oranjes zijn goede Europeanen.’
Europees commissaris Neelie Kroes (63) zocht een persoonlijk assistent met strategisch denkvermogen en vond deze in Jaime de Bourbon de Parme (32). ‘Ik heb hem zelf gevraagd. Er was een vacature in mijn kabinet en ik had behoefte aan –iemand met internationale kennis en scherpe intelligentie. Met zijn ervaring op Buitenlandse Zaken paste Jaime precies in dat profiel,’ zegt de voormalige VVD-minister.
Met haar nieuwe assistent, een zoon van prinses Irene, haalde Kroes het zesde lid van de koninklijke familie naar Brussel. De Belgische hoofdstad werkt kennelijk als een magneet op de Oranjes. Koningin Beatrix leidde als kroonprinses al een Europese werkgroep. Of zoals oud-Europees commissaris Hans van den Broek (CDA) het zegt: ‘De Oranjes zijn goede Europeanen.’
Commissaris Kroes (Mededinging) bezweert dat haar keuze voor de prins niets van doen heeft met diens afkomst. ‘Voor mij telt inhoudelijkheid en anders niets.’ Maar ze kende de Oranjetelg wel. ‘Ja, u kunt me beter vragen wie ik in Nederland niet ken.’
Het kabinet van een Europees commissaris telt lieden uit verschillende lidstaten van de –Europese Unie. Kroes, wier werkzaam–heden zich uitstrekken over de hele wereld, zegt te beschikken over een ‘uitstekend team’ –bestaande uit onder meer juristen en economen. Haar nieuwste medewerker studeerde internationale betrekkingen, werkte bij ABN Amro in Argentinië en Brazilië, de Wereldbank in Washington en als diplomaat in Rwanda, op de Balkan, in Irak en in –Afghanistan.
Van den Broek nam destijds prins Constantijn in zijn kabinet op. De jurist en jongste zoon van koningin Beatrix was eerst stagiair en later lid van Van den Broeks kabinet. Als hij geen prins was geweest, zou hij graag politicus zijn geworden. Van den Broek: ‘Hij onderhield de relaties met het parlement en ging ook vaak met me mee naar Straatsburg.’
Brussel trekt veel ambitieuze jongelui. Met een goed cv op zak en hard werken voor weinig geld doen ze ervaring op bij internationale instellingen. Daarna hopen ze er een goedbetaalde baan te vinden in het circuit van belangenbehartigers die tegen die instellingen aanschurken. Zo ging het eind jaren tachtig ook met prins Carlos (35), Jaime’s oudere broer. Hij liep stage bij het directoraat generaal voorlichting (nu persvoorlichting) van de Europese Commissie en belandde daarna bij European Policy Advisors. Nu kent hij als ondernemer de weg in Brussel perfect.
Een stageplek veroveren is voor een mens van koninklijke bloede makkelijker dan voor een gewone sterveling. Vooral in de tijd van Carlos was het geen probleem om via-via in Brussel aan de slag te komen. Hij had zelfs onderdak bij een Brusselse topambtenaar.
Prinses Laurentien kreeg ‘Europa’ van huis uit mee. Als meisje vergezelde ze haar vader, D66-minister Laurens Jan Brinkhorst, al naar de Europese Beweging. Na even bij CNN en de Haagsche Courant te hebben gewerkt, vestigde ze zich in Brussel. Werkte bij een denktank, behartigde de belangen van tabaksfabrikant Philip Morris en was vice-president bij een internationaal pr-bureau.
Prins Constantijn zat in hetzelfde circuit. Op een dag verscheen hij bij een borrel van commissaris Van den Broek met Laurentien. Daarna waren ze onafscheidelijk in het Brusselse circuit. Laurentien introduceerde later directeur Mabel Wisse Smit van het Open Society Institute bij Constantijns oudere broer Friso. Netwerken is de helft van het werk in Brussel.
Dat blijkt wel uit het gezelschap dat een paar jaar daarvoor gezamenlijk lunchte: Van den Broek, Constantijn, de europarlementariërs Arie Oostlander (CDA) en Willem Jan Bertens (D66) plus Mabel en haar toenmalige vriend, de Bosnische VN-ambassadeur Mohammed Sacirbey. In 2004 trouwde Mabel met Friso. Eveneens in dat jaar financierde haar organisatie samen met de British Council een rapport dat door onder meer Hans van den Broek werd geschreven ten gunste van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Een kleine wereld.
Voordat Constantijn bij de Commissie kwam werken, was er vanuit Nederland een missive gekomen om de nieuweling met ‘prins’ aan te spreken. Maar die zat daar zelf niet op te wachten. Hij ontpopte zich als een gewone medewerker, die ’s avonds graag mee ging om een steak te eten bij Frère Istas, een simpel maar goed restaurant waar sinds jaar en dag dezelfde rondborstige dames bedienen. Constantijn trapte ook graag een balletje in het Jubelpark.
In Brussel kan de jongste zoon van de Koningin dat makkelijker doen dan in Nederland. De anonimiteit daar biedt een kans om redelijk normaal te leven. Ze komen er graag van jongs af aan. Zelfs prinses Máxima heeft iets met Brussel: ze woonde en werkte er in 2000 een blauwe maandag, maar dat was vooral om te kunnen wennen aan Europa en dichter bij – toen nog vriend – kroonprins Willem-Alexander te zijn.
Het Brusselse circuit is een prettig milieu om sociaal in te bewegen. Niet voor niets wonen Constantijn en Laurentien, inmiddels 35 en 39 jaar en ouders van twee kinderen, nog altijd in Brussel, waar zij communicatieadviseur is en hij beleidsonderzoeker bij de non-profitorganisatie Rand Europe, bijvoorbeeld op het terrein van innovatie en de informatiemaatschappij. Ook adviseert Constantijn staatssecretaris Atzo Nicolaï (Europese Zaken) over strategieën om de kennis over Europa te vergroten, bijvoorbeeld in het onderwijs. Zo gaf hij vorig jaar nog een uiteenzetting voor diplomaten.
Een gewone medewerker, maar toch ook niet helemaal. De bijna aangeboren terughoudendheid laat een Oranje nooit varen. Zelfs niet in Brussel, al zijn ze daar wel wat gewend met een ‘monsieur le president’ als Giscard d’Estaing in het Europees Parlement en markiezen en graven, zoals destijds de Duitser Otto Graf von Habsburg.
De Brusselse correspondenten interesseerden zich in zijn tijd bij de Commissie amper voor Constantijn. Maar de roddelpers repte over een relatie met collega Lousewies van der Laan, ook lid van het kabinet-Van den Broek, later europarlementariër en nu Tweede-Kamerlid (D66). Hoe het ook zij, Van der Laan foeterde over de canard, maar werd voortaan geassocieerd met het koningshuis. Wat voor een ambitieus burgermeisje op zichzelf niet nadelig is.
Ook in Brussel koesteren genoeg mensen zich graag in koninklijk gezelschap. Zoals een voormalige Brusselse ambtenaar zegt: ‘Face to face met een prins, voor een boel mensen is dat toch wel wat.’ Ook binnen de Europese Commissie valt de aanwezigheid van koninklijke stagiairs of medewerkers altijd goed. ‘Het toucheert de ijdelheid,’ zegt diezelfde ambtenaar. ‘Vooral buitenlanders vinden dat wel wat hebben. La famille Royale. Ze voelen zichzelf ook in achting stijgen. Ach, het is een onschuldige vorm van ijdelheid.’
Alle geraadpleegde bronnen zijn enthousiast over de Brusselse Oranje-prinsen. Aardige kerels die zich nergens op laten voorstaan en gedegen werken. Jaime kan trouwens ook nog altijd met zijn vader, Carlos Hugo, eten, want die woont beurtelings in Wenen en Brussel. De hoofdstad van Europa: een ideale dependance voor een Oranje.
Kader bij artikel:
WANNEER NAAR BRUSSEL?
1989 Prins Carlos, stage bij directoraat-generaal voorlichting; later public affairs consultant European Public Policy Advisors
1992 Laurentien Brinkhorst, bij het Belmont European Policy Centre, een denktank; nu nog actief in Brussel als communicatieadviseur
1995 Prins Constantijn, stagiaire en later lid van kabinet Hans van den Broek; nu in dienst bij non-profitorganisatie Rand Europe
1997 Mabel Wisse Smit, directeur West-Europese vestiging van Open Society Institute
2000 Máxima, Deutsche Bank
2005 Prins Jaime, persoonlijk assistent eurocommissaris Neelie Kroes
Or, maybe because money is not the only currency, and they are people with scrambled eggs for values?